‘Er kan altijd iemand aanschuiven bij het eten’.
‘Leven zoals God het bedoeld heeft’.
‘Lekker veel groen om ons heen’.
‘Op een bewustere manier leven’.
‘Samen omkijken naar elkaar’.
‘Genieten van het buitenleven.’
‘Verbonden zijn met mensen’.
‘Goed voor de schepping zorgen’.
‘Genietend van de kleine dingen’.
‘Hier en nu zijn’.
‘Handelen in samenhang’.